De weg naar een rijke Waddenzee volgens Arjen Kok
Arjen Kok is provinciaal ambassadeur voor Natuurmonumenten voor onder meer de Wadden en lid van het Beheerderscollectief Waddenzee. Wat is volgens hem nodig om samen voor een rijke Waddenzee te zorgen?
Aan bestuurlijke tafels
Kok is op bestuurlijk vlak actief voor de regio Friesland, Groningen en de Wadden. Hij is voorzitter van de Coalitie Wadden Natuurlijk (CWN), waarin zeven natuurorganisaties zijn vertegenwoordigd. Daarnaast is hij lid van het Omgevingsberaad Waddengebied. Ook is Kok betrokken bij alle visserijconvenanten die er in het Waddengebied zijn, zoals het Mosselconvenant en convenanten rondom handkokkels, garnalenvissers en oesters rapen.
Doordat Kok aan allerlei bestuurlijke tafels zit, merkt hij dat er op verschillende manieren beweging is rondom het beheer van de Waddenzee. “Het is nu een interessante tijd om actief te zijn in het Waddengebied. Vier jaar geleden werd in het Regeerakkoord voor het eerst genoemd dat er een Beheerautoriteit moest komen. We zitten nu in de uitrol van dat ene zinnetje en stoppen er veel energie in om de Waddengovernance, maar vooral het beheer en beleid voor weer een rijke Waddenzee, goed uit de verf te laten komen. Ik vind het heel spannend hoe dit zich verder gaat ontwikkelen.”
Toekomst van de Waddenzee
De keuzes waar we nú voor staan, bepalen de toekomst van de Waddenzee, volgens Kok. “We zitten nu midden in de discussie over het Uitvoeringsprogramma voor de Agenda van het Waddengebied 2050. Die agenda is begin dit jaar met veel vlagvertoon getekend, maar de meest schurende onderwerpen zijn eruit gelaten. In het Uitvoeringsprogramma proberen we op deze onderwerpen nu tot elkaar te komen. Samen moeten we intelligente keuzes maken over drukfactoren zoals visserij, baggeren, zonering, recreatie en bereikbaarheid van de eilanden.”
Beleid speelt daarbij een cruciale rol, volgens Kok. “Beleid en beheer hebben heel veel met elkaar te maken en ik hoop van ganser harte dat ze nader tot elkaar komen. Je kunt het als beheerders zo eens zijn met elkaar over hoe het beheer eruit moet komen te zien en daar afspraken over maken. Maar als er geen goed beleid is voor de Waddenzee, als bepaalde keuzes niet worden gemaakt, dan weet ik niet of we tot een integraal beheerplan kunnen komen waar wij als natuurbeheerders achter staan of blij van worden.”
Integraal Beheerplan als instrument
Het Integraal Beheerplan waar het Beheerderscollectief Waddenzee aan werkt, ziet Kok als belangrijk instrument voor een rijke Waddenzee. “Ik hoop dat het Integraal Beheerplan handvatten gaat geven aan natuurbeheerders om een rijke Waddenzee terug te krijgen. En dat het duidelijker wordt wie daarvoor welke rol kan pakken. Om daar te komen moeten we scherpe keuzes maken.”
Wat Kok betreft zijn er met name op het gebied van zonering scherpe keuzes nodig. “Als er geen stringente zonering is, dan zoeken mensen toch de grens op van wat wel en niet kan als het gaat om recreatieactiviteiten. Toen er laatst bijvoorbeeld een voorjaarsstorm was, waren kitesurfers overgestoken naar de branding van de Noordzee, naar een gebied waar je dat niet wilt hebben. Wanneer je daar geen duidelijke zonering en geen stringent beleid hebt, dan is het moeilijk om dat te handhaven. En dat moet niet ten koste gaan van de natuur.”
Zijn kleine stapjes genoeg?
In de afgelopen periode hebben de beheerders samen met de Beheerautoriteit zeker stappen vooruit gezet, volgens Kok, al noemt hij het wel kleine stapjes. “Als beheerders zijn we met elkaar in gesprek, waarbij álle relevante partijen aan tafel zitten. Niet alleen natuurorganisaties, maar ook Rijkswaterstaat, de Waddenunit en provincies. Nu is het zaak om concreet te worden, gezamenlijke ambities te versterken.”
Of Natuurmonumenten uiteindelijk mede een rol wil spelen als beheerder van de Waddenzee, aansluitend op natuurgebieden op de eilanden en de wal, weet Kok nog niet. “Het hangt er sterk vanaf hoe het beleid zich uitkristalliseert en hoe het toekomstig beheer wordt georganiseerd. Een stevig natuurbeheer vraagt ambitie, focus en voldoende middelen. We zitten midden in dit proces en gaan het binnenkort zien!”